De overtocht is ingedeeld in vier delen van ieder drie hoofdstukken. Hieronder volgt een korte samenvatting van elk hoofdstuk. Aan het eind staat de volledige inhoudsopgave.
Deel 1: Drie keer niets
Tussen haakjes
Mensen in staat van psychose leven in een andere contextuele wereld dan ‘normale’ mensen. Het zijn curieuze contexten waarin religieuze woorden zich vaak opdringen en waarin er indringend gefilosofeerd kan worden. Er lijkt iets mis te zijn met het contextuele oriëntatievermogen (saillantie) van psychoten. De Nederlandse psychiater Jim van Os heeft zelfs het voorstel gedaan om het woord ‘schizofrenie’ te vervangen door de term ‘syndroom van een ontregelde (contextuele) saillantie’. In dit eerste hoofdstuk wordt de problematiek van context en contextontregelingen verkend aan de hand van het commentaar dat Derrida heeft gegeven op Husserls bewering dat een zinsnede als ‘Grün ist oder‘ helemaal niets betekent.
Botsende trauma’s
Mensen in een psychotische geestestoestand ontwikkelen vaak grandioze filosofische gedachtenwerelden en lijken daarmee op filosofen, met name filosofen van het slag Heidegger. Dit kan er toe leiden – zoals het bij mij persoonlijk zeker gedaan heeft – dat zo iemand positief gepredisponeerd raakt jegens een filosoof als Heidegger. Beschreven wordt hoe een dergelijk positief vooroordeel kan botsen met een negatief vooroordeel, in een ontmoeting met iemand die in verband met oorlogherinneringen niets, maar dan ook helemaal niets met Heidegger te maken wil hebben.
Nog iets over het niets
De gedachte dat de filosofie van Heidegger niets zegt is in de jaren twintig uitgesproken in een beroemd essay van Rudolf Carnap. De uitspraak die hij daar met name op de korrel neemt is Das Nichts nichtet. In plaats van uit te gaan leggen wat het ‘Niets’ van Heidegger precies zou inhouden, wordt geswitcht naar een geheel andere tekst waarin ook bekende passages over ‘Niets’ te vinden zijn: de eerst brief aan de Korinthiërs van de apostel Paulus. Soms doen ook de woorden uit die brief herinneren aan het grandiose zelfbesef van een psychoot: ‘Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.’
Deel 2: Apocalyptische intuïties
De angst van de tv-verkoper
In dit hoofdstuk wordt het begrip ‘positieve feedbackloop’ uitgelegd aan de hand van het half-autobiografische boek I Am A Strange Loop van Douglas Hofstadter. Feedback-loops spelen in mijn visie een centrale rol in psychosen, niet alleen op biochemisch niveau, maar ook in de wereld van woorden, gedachten en verlangens. Het is op dat niveau dat ik de loops in mijn eigen psychoseherinneringen probeer te retraceren. Hofstadter merkt op dat de ideeën waar hij het meeste in geïnteresseerd is, zoals feedback-loops en zelfreferentialiteit, veel mensen een grote angst inboezemen. Het is iets waarvan hij moet toegeven dat hij het niet werkelijk begrijpt.
René Girard en de apocalyptische intuïtie
Pas tijdens het werken aan De overtocht raakte ik ervan doordrongen dat René Girard een in-en-in apocalyptisch denker is. Indringende verwijzingen naar apocalyptische thematiek vinden we expliciet in zowel zijn eerste als in zijn laatste boek. Zijn antropologische kerngedachte, dat mensengemeenschappen volledig aan intern geweld ten onder zouden gaan als ze niet in staat waren dit te kanaliseren in de richting van een zondebok, heeft in zichzelf ook al een apocalyptisch karakter. In Des choses cachées, zijn magnum opus waarin hij ook zijn visie op het christendom uiteenzet, laat Girard zien op welke manier de Bijbelse apocalyps relevant is voor het denken over onze moderne wereld. Apocalyptische angsten, zoals die zich vaak in een psychose voordoen, zijn in het denken van René Girard angsten voor een realiteit.
Farmacologische vraagstukken
Ons woord ‘farmacologie’ stamt af van het Griekse ‘pharmakon‘ dat zowel geneesmiddel als vergif betekent. Genezen of vergiftigen – een dergelijke dubbelzinnigheid bestaat ook in Girards ‘zondebok’, omdat deze aangezien wordt voor de god die zowel het grootste heil als het grootste onheil kan brengen. Offers zijn rituele uitbanningen, rituele herhalingen van een spontaan zondebokproces, die opgevoerd worden om er opnieuw de heilzame effecten van te ondergaan. Een voorbeeld van een offerritueel is dat van de ‘pharmakos‘, die in het Athene ten tijde van Plato van een rots werd geworpen. Farmacologie is uitbanningskunde. Het willen uitbannen van vreemde, waanzinnige, irrationele gedachten speelt een cruciale rol in de geschiedenis van de psychopathologie. In de discussie over de ‘pharmakos‘ en de ‘pharmakon‘, waar zowel Derrida als Girard uitgebreid over schrijven, ontspint zich ook een filosofisch debat dat duidelijk kan maken waarin deze twee denkers van elkaar verschillen.
Deel 3: Bekeringen
Ankerpunten
Veel moderne Franse denkers bewegen zich naar een post-metafysisch wereldbeeld. Derrida is hier een duidelijk voorbeeld van. Eén van de wijzen waarop dit bij hem beslag krijgt is dat hij niet meer vanuit één woordcentrum wil denken, zoals Idee of God, maar uit een veelheid aan ‘meesterbetekenaars’. Decentralisatie van het denken, pogingen om aan de verankeringen aan één enkele ‘meesterbetekenaar’ te ontkomen, vinden we ook in het werk van Jacques Lacan. Maar in zijn collegereeks over de psychose zegt Lacan ook dat mensen desalniettemin ankerpunten nodig hebben. Hier begint de metafoor van de zeereis werkelijk haar grote kracht te tonen. Hoe sceptisch mensen ook zijn, in hoe weinig ze zeggen te geloven, toch zijn ze in de regel altijd nog stevig verankerd in een alledaagse wereld. Als er werkelijk sprake is van ontankering, dan is de waanzin nabij.
De overtocht
Hoe leef je na een psychose verder? Kom je in een cyclus van terugkerende psychotische perioden terecht? Is een periode van nieuwe ontankeringen onvermijdelijk, tenzij je je aan de alledaagse werkelijkheid vastketent met stalen medicijnen? In mijn tweede grote turbulente periode ben ik uit het water gevist. Door Jezus. Bekeringen en psychoses, ze hebben iets met elkaar gemeen. Ze worden allebei beschreven in een typisch passief taalgebruik, waarin je niet handelt maar waarin ‘dingen je overkomen’. Misschien zijn er nog meer ervaringen die bij dit type gerangschikt kunnen worden. Ik zal ook ingaan op een relatief onbekende tekst van Derrida waarin hij het belangrijkste filosofische ontdekkingsmoment in zijn leven beschrijft.
De bekeringen van René Girard
Hoe leef je na een bekering verder? Ben je voor eens en voor altijd genezen van alle kwalen die een mensenziel kunnen teisteren? We zoeken naar een antwoord op deze vraag in het leven René Girard, die in zijn leven twee bekeringen onderscheidt, welke bij hem kort na elkaar hebben plaatsgevonden. We zoeken naar de juiste woorden voor die twee verschillende ervaringsmomenten. Ook zullen we te rade gaan bij Peter Sloterdijk, die in zijn latere werk blijk geeft van grote interesse in bekeringsgebeurtenissen. In zijn boek Je moet je leven veranderen is hij op zoek naar een ‘algemene wendingskunde’. Het is in dit hoofdstuk dat ik het verslag van mijn reisavonturen kan afronden.
Deel 4: Afdalingen
Door eenvoud geslagen
In de eerst case-study naar psychoses bij andere auteurs richten we onze blik op de Duitse dichter Friedrich Hölderlin (1770-1843). Toen hij in 1806 uit een psychiatrische kliniek in Tübingen werd ontslagen gaf de dienstdoende arts hem nog hooguit drie jaar te leven. Maar Hölderlin zou pas in 1843 overlijden. Het gangbare beeld dat van Hölderlins tweede levenshelft bestaat is dat hij al die tijd krankzinnig is geweest. Maar al heel lang wordt daar door veel Hölderlin-kenners ook aan getwijfeld. René Girard is gefascineerd door Hölderlin en beschrijft hem uiteindelijk niet als een waanzinnige maar als een bekeerling. Anderen gaan nog verder en maken van hem een mysticus. De leidraad in mijn bijdrage tot de bijzonder omvangrijke literatuur over dit onderwerp is de vraag of Hölderlin werkelijk ooit psychotisch is geweest.
Filosofisch hooggebergte
In dit hoofdstuk leg ik twee teksten naast elkaar waarin een denker kiest voor een nieuwe ‘meesterbetekenaar’. De eerste is Martin Heidegger met het woord Ereignis. De tweede is Robert Pirsig, auteur van Zen en de kunst van het motoronderhoud, met het woord Quality. Beiden menen met deze woorden een fundamenteel nieuw denken te hebben bereikt. Bij beiden spelen berglandschappen een belangrijke rol. Heidegger ontmoet in zijn bergreis sporen van Friedrich Hölderlin en Friedrich Nietzsche. Voor Pirsig loopt een hiketocht in de Rocky Mountains uit op een ontmoeting met Phaedrus, zijn vroegere zelf, die een aantal jaren eerder in de afgrond van een psychose was gestort. Het zijn gevaarlijke reizen. Pirsig ontsnapt ternauwernood aan zijn demon en weet op zijn motorfiets de Stille Oceaan te bereiken.
De afstand tot het sacrale
De psychose is in de terminologie van de mimetische theorie van Girard te begrijpen als een reis naar het sacrale toe. Genezing heeft bij hem steeds de vorm van een beweging van het sacrale af. Wat de alternatieve psychopathologische geneeskunst betreft kunnen we denken aan een sjamanistische onderdompeling in het sacrale, waarbij de healer de patiënt de duisternis in leidt, maar hem of haar ook weer uit de duisternis van het sacrale naar het licht kan leiden. Maar ook binnen filosofische discussies heeft een term als ‘naar het sacrale toe bewegen’ een enorme lading. Voor Girard althans. In het slothoofdstuk zullen we, voor de thema’s die we hebben aangeroerd, de onderliggende discussie tussen Girard, Derrida en Heidegger tot een einde brengen.
Hieronder volgt de volledige inhoudsopgave:
Drie keer niets
Hoofdstuk 1: Tussen haakjes
1.1. Contextuele saillantie
1.2. Green is or
1.3. Le vert est ou
1.4. Grün ist oder
1.5. Navigeren
Hoofdstuk 2: Botsende Trauma’s
2.1. Arme Heidegger…
2.2. Open plek in het bos
2.3. Botsende trauma’s
2.4. Naar het licht…
2.5. Naar het duister…
Hoofdstuk 3: Nog iets over het niets
3.1. Een alledaagser niets
3.2. Spreken in tongen
3.3. Nietskunde
3.4. Schakelstation
3.5. Hinderlijke waarden…
Apocalyptische intuïties
Hoofdstuk 4: De angst van de tv-verkoper
4.1. Young Doug en de tv-verkoper
4.2. Positieve en negatieve feedback
4.3. Woorden en metaforen
4.4. Inwijdingen
4.5. Twee typen denkers
Hoofdstuk 5: René Girard en de apocalyptische intuïtie
5.1. Drie grote verhalen
5.2. De angst van Raskalnikov
5.3. De angst van Mickey Mouse
5.4. Het sacrale als bescherming
5.5. Apocalyps en onthulling van de zondebok
Hoofdstuk 6: Farmacologische vraagstukken
6.1. Een ontbrekende discussie
6.2. De hervonden werkelijkheid
6.3. Uitdrijfkunde
6.4. Het gasthuis
6.5. Carnaval
Bekeringen
Hoofdstuk 7: Ankerpunten
7.1. Contexten opnieuw
7.2. Zeilend op een schip naar nergens
7.3. Capitonnagepunten
7.4. Op psychose
7.5. Zachte landing?
Hoofdstuk 8: De overtocht
8.1. Knipoog van God
8.2. De middenzone
8.3. De overtocht
8.4. Eureka!
8.5. Inbeddingen
Hoofdstuk 9: De bekeringen van René Girard
9.1. Algemene wendingskunde
9.2. De dubbelbekering van Girard
9.3. Genezing en verder
9.4. Bekering en ommekeer
9.5. De wereld draait door
Afdalingen
Hoofdstuk 10: Door eenvoud geslagen
10.1. Levenshelften
10.2. Niet zinnebeeldig
10.3. Syncretisme
10.4. De juiste afstand en het juiste model
10.5. De torengedichten
Hoofdstuk 11: Filosofisch hooggebergte
11.1. Nieuwe meesterbetekenaars
11.2. De Sprong
11.3. Onder topdenkers
11.4. Quality
11.5. Rocky Mountains
Hoofdstuk 12: De afstand tot het sacrale
12.1. Van het sacrale af
12.2. Desacralisatie en resacralisatie
12.3. Girard en de meesterbetekenaar
12.4. Heilige heling
12.5. Goeroes