De gangbare lezing van de biografie van Friedrich Hölderlin is dat hij halverwege zijn leven krankzinnig is geworden en daar nooit werkelijk van is genezen. Deze biografische hoofdlijn wordt ook nog in de recentelijk verschenen biografie van Rüdiger Safranski gevolgd. Aan deze visie wordt ook al heel lang getwijfeld. Op een of andere manier lijkt er een behoefte te bestaan Hölderlin te canoniseren, alleen is het nooit precies duidelijk waarin dan? Was hij een heilige waanzinnige, een gestalte zoals je die in de romans van Dostojevski kunt tegenkomen? Was hij een vroegtijdige martelaar van de kwellingen van de moderniteit? Of was hij een mysticus en ging hij, in de aanvangsdecennia van de 19de eeuw, op zijn eigen onnavolgbare wijze iemand als Meister Eckhart achterna?